De trein gemist of bereid om over te stappen?
Wat wil je zelf eigenlijk?
Je zit in een rijdende trein, ver van het raam. Je kijkt naar buiten, maar je kunt niet goed volgen hoe het daar is. Landschappen en huizen snellen voorbij. Zo gaat het vaak. Verandering na verandering. Het gaat maar door. Je probeert steeds mee te bewegen, maar soms kun je het niet meer volgen. Dan heb je geen overzicht meer. En wie ben je zelf? Wat wil je zelf eigenlijk? Heb je zelf nog iets in te brengen? Is jouw visie soms niet interessant? Waarom wordt er niet om jouw mening gevraagd? Als je je mond opendoet, is er dan nog iemand die naar je luistert?
Wat wil je loslaten?
Een passagier bij het raam staat op. Omdat je nog een heel eind te gaan hebt, neem jij het besluit om zijn plaats in te nemen. Je zit met je rug in de rijrichting. Je kijkt schuin naar buiten en overziet het landschap waaruit je afkomstig bent. Soms is het nodig om eens terug te kijken. Om te kijken welke aspecten en talenten je mee wilt nemen naar de toekomst en welke je los wil laten. Wat kun je van de eerste levens- en loopbaanhelft leren? Wat wil je vooral de komende jaren leren? Welke valkuilen blijk je in de gaten te moeten blijven houden? Wat valt er allemaal te verbeteren in je bestaan? Veel vragen, die vanzelf al enig licht kunnen werpen op jouw toekomst. Maar je kunt niet het hele landschap waar je naar op weg bent afleiden uit het landschap waaruit je afkomstig bent.
Hoe ziet jouw ideale landschap eruit?
Ook de passagier tegenover je stapt op en je besluit zijn plaats in te nemen. Je kijkt weer schuin uit het raam, maar nu naar het landschap van de rijrichting. Tenminste, voorzover je dat nu kunt overzien. En nu ontstaat een nieuwe vraag: Hoe leuk is het om de richting in te gaan van het landschap voorzover je dat nu kunt overzien? Ga je wel de goede kant op? Trouwens, hoe bepaal je nou of die trein jouw kant uitgaat? Dat kun je vragen! Maar aan ‘wie’ moet je ‘wat’ vragen? Natuurlijk moet je aan jezelf vragen of de rijrichting klopt met dat wat je zelf wilt! Dus: hoe ziet het landschap er precies uit, jouw ideale landschap zelfs, waarheen je verder wil reizen?
Ga je mee met de trein van je verlangen?
Het is dus goed en zelfs noodzakelijk om daar van tevoren vast een beeld van te hebben. Dan weet je volgende keer welke trein je moet nemen. Trouwens, wie had besloten om met juist deze trein mee te gaan? Maar kom, dat gemijmer, je moet nu weten wat je moet gaan kiezen. Er zijn verschillende mogelijkheden: Je gaat verder met deze trein mee, omdat het de trein is van je verlangen. Of je ontdekt dat je eigenlijk concessies hebt gedaan, dat je eigenlijk op basis van al of niet reële angsten gewenst gedrag bent gaan vertonen. En de vraag is nu hoe risicovol juist dat op langere termijn kan zijn.
In hoeverre komt jouw ideale landschap overeen met de richting van de trein?
Daarom besluit je nu om mee te gaan sturen, door overleg en afstemming met en invloed uit te oefenen op de machinist. Meesturen of bijsturen is niet mogelijk of wordt niet toegestaan; je onderzoekt daarom, overigens in alle rust, wat precies jouw eigen koers is en aan de hand daarvan bepaal je in hoeverre jouw ideale landschap overeenkomt met de feitelijke rijrichting van de trein. En als er te weinig overeenkomsten zijn, weet je ook op welke andere trein je op een van de volgende stations gaat overstappen.
Maar dan zijn er nog een paar vragen overgebleven. Wie zijn jouw medepassagiers? Hoe is de inrichting van de trein? Welke coupes zijn er zoal? Wil je in de restauratie zitten? Reis je eerste of tweede klas? En waar ben je naar op weg? En waar wil je eigenlijk het allerliefste naartoe?
Adriaan Hogendijk “Loopbaanzelfsturing”